De WOZ beschikking

Hier vindt u een overzicht van de meest gestelde vragen.

  • Digitaal

    Het is mogelijk om bezwaar in te dienen. U kunt met uw DigiD deze toepassing gebruiken. Bedrijven kunnen zich aanmelden met het RSIN in combinatie met het (aanslag)biljetnummer. U kunt bezwaar aantekenen tegen de WOZ-waarde en/of tegen één of meer aan u opgelegde aanslagen. Als u bezwaar wilt maken moet u dit wel binnen 6 weken na de dagtekening van het aanslagbiljet doen. Na verzending krijgt u via e-mail een ontvangstbevestiging.

    Reactieformulier

    Door het invullen van het bij het aanslagbiljet gevoegde reactieformulier kunt u op eenvoudige wijze bezwaar aantekenen tegen de vastgestelde waarde van de WOZ-beschikking of tegen één of meer aan u opgelegde aanslagen. Als u bezwaar wilt maken dan moet u het reactieformulier binnen zes weken na de dagtekening van het aanslagbiljet ingevuld en ondertekend terugsturen naar de Inspecteur Belastingen, Postbus 16, 1960 AA Heemskerk.

    Bezwaarschrift

    Als u geen gebruik wenst te maken van het reactieformulier dan kunt u uiteraard ook per brief bezwaar indienen. Dit bezwaarschrift richt u aan de Inspecteur Belastingen, Postbus 16, 1960 AA Heemskerk. U moet dit binnen zes weken na de dagtekening van het aanslagbiljet doen. U wordt ten behoeve van de administratieve verwerking verzocht om het reactieformulier ook mee te sturen.

    Zes weken

    Als u het niet eens bent met de vastgestelde waarde of met één of meer van de aanslagen dan moet u het digitale bezwaar/reactieformulier/bezwaarschrift binnen zes weken na de dagtekening van het aanslagbiljet verzenden. De wet bepaalt namelijk dat, als u uw bezwaar niet binnen die zes weken heeft verzonden, het niet meer ontvankelijk is. Dit betekent dat uw bezwaarschrift niet meer in behandeling hoeft te worden genomen. Als besloten wordt om tot ‘ambtshalve' behandeling van uw bezwaar over te gaan dan kunt u alleen nog beroep instellen tegen de niet-ontvankelijkheid en niet tegen de uitkomst van de ambtshalve behandeling.

  • Het door u ingediende bezwaar/beroep is gericht tegens de waardevaststelling met een ander waardepeil (belastingjaar 2022 heeft een waardepeil van 1 januari 2021).

    Door middel van een algehele hertaxatie heeft opnieuw een waardevaststelling plaats gevonden, nu naar het waardepeil van 1 januari 2022. Omdat sprake is van een nieuwe waardevaststelling is besloten om de WOZ-beschikking en de aanslag onroerende-zaakbelastingen voor het belastingjaar 2023 te versturen.

    Als u na ontvangst van deze nieuwe waardebeschikking overweegt om opnieuw bezwaar in te gaan dienen, dan kunt u tot 5 weken na de dagtekening van de WOZ-beschikking, eerst nog telefonisch contact met de gemeente Bergen opnemen. Nadat u uw grieven kenbaar heeft gemaakt wordt u binnen ongeveer 7 werkdagen teruggebeld door de taxateur die de waarde van uw pand heeft vastgesteld. U krijgt dan uitleg over deze waardevaststelling en kunt u uw grieven bespreken. Mogelijk kunt u zich vinden in deze uitleg en is een bezwaarschrift niet verder nodig. Eventuele correcties kunnen in overeenstemming met elkaar direct verwerkt worden.

    Digitaal

    Het is mogelijk om digitaal bezwaar in te dienen. U kunt met uw DigiD deze toepassing gebruiken. Bedrijven kunnen zich aanmelden met het RSIN in combinatie met het (aanslag)biljetnummer. U kunt bezwaar aantekenen tegen de WOZ-waarde en/of tegen één of meer aan u opgelegde aanslagen. Als u bezwaar wilt maken moet u dit wel binnen 6 weken na de dagtekening van het aanslagbiljet doen. Na verzending krijgt u via e-mail een ontvangstbevestiging.

    Reactieformulier

    Door het invullen van het bij het aanslagbiljet gevoegde reactieformulier kunt u op eenvoudige wijze bezwaar aantekenen tegen de vastgestelde waarde van de WOZ-beschikking of tegen één of meer aan u opgelegde aanslagen. Als u bezwaar wilt maken dan moet u het reactieformulier binnen zes weken na de dagtekening van het aanslagbiljet ingevuld en ondertekend terugsturen naar de Inspecteur Belastingen, Postbus 16, 1960 AA Heemskerk.

    Bezwaarschrift 

    Als u geen gebruik wenst te maken van het reactieformulier dan kunt u uiteraard ook per brief bezwaar indienen. Dit bezwaarschrift richt u aan de Inspecteur Belastingen, Postbus 16, 1960 AA Heemskerk. U moet dit binnen zes weken na de dagtekening van het aanslagbiljet doen. U wordt ten behoeve van de administratieve verwerking verzocht om het reactieformulier ook mee te sturen.

    Zes weken

    Als u het niet eens bent met de vastgestelde waarde of met één of meer van de aanslagen dan moet u het digitale bezwaar/reactieformulier/bezwaarschrift binnen zes weken na de dagtekening van het aanslagbiljet verzenden. De wet bepaalt namelijk dat, als u uw bezwaar niet binnen die zes weken heeft verzonden, het niet meer ontvankelijk is. Dit betekent dat uw bezwaarschrift niet meer in behandeling hoeft te worden genomen. Als besloten wordt om tot ‘ambtshalve' behandeling van uw bezwaar over te gaan dan kunt u alleen nog beroep instellen tegen de niet-ontvankelijkheid en niet tegen de uitkomst van de ambtshalve behandeling.

  • Door wetgeving (Wet waardering onroerende zaken) is de gemeente verplicht om naar de toestand op 1 januari 2023 de waarde van alle onroerende zaken vast te stellen. Hierbij geldt het waardepeil van 1 januari 2022. Als uw dakkapel, nieuwe schuur of verbouwing vóór 1 januari 2023 klaar was, is hiermee bij de waardevaststelling rekening gehouden. U kunt dit op het taxatieverslag raadplegen binnen de rubriek 'Overige onderdelen'.

  • Voor 1 mei 2023 moet u uw aangifte over het belastingjaar 2022 verzorgen. Als u een nieuwbouwwoning heeft gekocht waarvoor nog geen WOZ-beschikking is afgegeven, schat u de waarde van de woning zelf. U kunt hierbij uitgaan van de waarde die de woning op het waardepeil van 1 januari 2021 zou hebben gehad. Deze waarde kunt u vaststellen door te kijken naar de waarde van soortgelijke woningen. Hiervoor kunt het WOZ-waardeloket raadplegen. Als u later wel een WOZ-beschikking krijgt en hieruit blijkt dat u de waarde te hoog of te laag heeft ingeschat, neem dan contact op met de eenheid van de Belastingdienst waar u onder valt.

  • De waardebepaling

    Op grond van de Wet WOZ is de gemeente verplicht om naar de toestand van 1 januari 2023 de waarde van alle onroerende zaken binnen de gemeente vast te stellen. Hierbij geldt het prijspeil van 1 januari 2022. Voor het vaststellen van de waarde gebruikt de gemeente de Waarderingsinstructie zoals deze is vastgesteld door de Waarderingskamer (toezichtorgaan op de uitvoering door de gemeente van de Wet WOZ). Hieronder volgt een beknopte uitleg over de waardevaststelling van woningen.

    Objectkenmerken

    Voor alle woningen zijn objectkenmerken vastgesteld. De belangrijkste objectkenmerken zijn:

    • kadastrale gegevens
    • soort woning (bijvoorbeeld flat, boven- of benedenwoning, vrijstaande woning, rijtjes woning)
    • buurt
    • overige kenmerken (bijvoorbeeld een dakkapel of losstaande berging/schuur)
    • bouwjaar (jaar waarin de woning is opgeleverd voor bewoning)
    • met ingang van het belastingjaar 2022 wordt de WOZ-waarde niet meer bepaald door gebruik te maken van de bruto inhoud, maar van de gebruiksoppervlakte. De gebruiksoppervlakte is beschreven in de Nederlandse norm NEN 2580. Voor het meten van de gebruiksoppervlakte van woningen is een praktische meetinstructie beschikbaar die alle taxateurs en makelaars gebruiken (meetinstructie gebruiksoppervlakte woningen). Bij de gebruiksoppervlakte wordt gemeten binnen de buitenmuren. Om zorgvuldig te kunnen vergelijken meten wij de gebruiksoppervlakte voor alle woningen op dezelfde manier.

     

    Marktgegevens

    Naast de objectkenmerken zijn ook de marktgegevens (verkoopgegevens) verzameld en geanalyseerd. Hierbij kunt u denken aan:

    • beoordelen of er sprake is van een reële transactie (geen familieverkoop of verkoop op een veiling)
    • beoordelen of de objectgegevens van het verkochte object overeenstemmen met de geregistreerde gegevens
    • analyseren van de verkoopprijs aan de hand van de voor dat object vastgestelde waarde om inzicht te geven in bijvoorbeeld de algemene marktontwikkeling sinds de waardepeildatum

    De marktgegevens worden gebruikt om het prijsniveau binnen de gemeente te bepalen en om de vastgestelde waarde te onderbouwen.

  • De waarde zoals deze is vastgesteld naar de prijspeildatum van 1 januari 2022 is alleen voor het belastingjaar 2023 geldig. Voor het volgende belastingjaar vindt weer een nieuwe waardevaststelling plaats, dan naar de prijspeildatum van 1 januari 2023.

  • Ja. De waardevaststelling is in belangrijke mate gebaseerd op gerealiseerde verkoopprijzen van panden die bij u in de buurt liggen. Bij deze verkoopprijzen spelen de plaatselijke omstandigheden, zoals bijvoorbeeld de aanwezigheid van palenpest en/of het vliegtuiglawaai, een rol. De gerealiseerde verkoopprijzen geven daarmee de marktwaarde aan van woningen die in een bepaald gebied liggen.

  • Met ingang van 2016 sturen gemeenten WOZ-beschikkingen ook aan huurders van woningen. Dit hangt samen met de wijzigingen in het woningwaarderingsstelsel (WWS). De WOZ-waarde speelt daarbij een grotere rol bij het bepalen van de maximale huurprijs van woningen. Dat is voornamelijk het geval bij huurwoningen in de gereguleerde sector. Voor meer informatie kunt u uw verhuurder of de website www.huurcommissie.nl raadplegen.

  • U hoeft dan niets te doen. De Belastingdienst krijgt van de gemeente binnenkort uw nieuwe vastgestelde waarde. Daarna zal de Belastingdienst controleren of de voor/door u opgegeven waarde en de nu ontvangen waarde veel van elkaar afwijken. Ziet de Belastingdienst redenen om uw voorlopige teruggave aan te passen, dan krijgt u hiervan automatisch bericht. Als u wilt kunt u hierover zelf contact opnemen met:

    • de Belastingdienst
    • Belastingtelefoon particulieren
    • Telefoonnummer (0800) 0543
  • Op basis van de Wet waardering onroerende zaken is de gemeente ook verplicht om de waarde vast te stellen van nog niet voltooide nieuwbouw. Deze waarde zal gebruikt worden als de heffingsgrondslag voor de OZB. Het jaar nadat uw nieuwbouw voltooid is ontvangt u een nieuwe WOZ-beschikking over de volledige waarde van uw woning.

  • Nog niet van alle onroerende zaken is een nieuwe waarde naar het waardepeil van 1 januari 2022 vastgesteld. Dit kan het geval zijn bij recente nieuwbouw en bij verbouw of bijbouw. Als de waarde van deze woningen alsnog is vastgesteld en door een WOZ-beschikking is bekendgemaakt, is daarmee ook de heffingsgrondslag voor de OZB vastgesteld. De WOZ-beschikking en de bijbehorende aanslag OZB worden gecombineerd op één biljet verzonden.

  • Bij de waardevaststelling van nieuwbouwwoningen kan niet automatisch worden aangesloten bij de aankoopprijs van de woning. Deze aankoopprijs is één van de factoren die bij de bepaling van de waarde van een nieuwbouwwoning in aanmerking wordt genomen, maar is niet automatisch de WOZ-waarde. Andere factoren die bij de bepaling van deze waarde een rol kunnen spelen zijn bijvoorbeeld:

    • de kosten van meerwerk tijdens de bouw
    • de kosten van aanvullende werkzaamheden na oplevering (vooral bij casco-oplevering)
    • kosten van tuininrichting
    • eventuele verkoopprijzen van met de nieuwbouwwoning vergelijkbare woningen

    Daarnaast kan de aankoopprijs lager zijn geweest door overheidsingrijpen (bijvoorbeeld subsidiëring van de grondprijs). Dit kan ertoe hebben geleid dat de vastgestelde waarde hoger is dan de aankoopprijs.

  • Ja, alle waarden zijn bepaald naar de waardepeildatum van 1 januari 2022.

  • De vastgestelde waarde wordt voor het belastingjaar 2023 door de gemeente gebruikt voor de heffing van de onroerende-zaakbelastingen, door de Belastingdienst bijvoorbeeld voor het eigenwoning-forfait en de erfbelasting en door het Waterschap voor de heffing ‘watersysteemheffing gebouwd’.

  • De gemeente heeft alle onroerende zaken binnen de gemeente opnieuw getaxeerd, dit naar de prijspeildatum van 1 januari 2022. Deze waardevaststelling wordt bekendgemaakt door de WOZ-beschikking. De vastgestelde waarde wordt voor het belastingjaar 2023 door de gemeente gebruikt voor de heffing van de onroerende-zaakbelastingen.